Pupillentaal
Bij de trainerscursus werd mij verteld dat we een universele voetbaltaal moeten spreken. De begrippen moesten voor iedereen hetzelfde moest zijn. Markeerhoedjes zijn markeerhoedjes, en geen pilonnen, "in de bal komen" is "in de bal komen" en niet "naar de bal komen" en "positie 4" is "positie 4" en geen "midmid". Zodat we allemaal elkaar goed zouden snappen. Daar is wat voor te zeggen. Tenslotte is daar (voetbal)taal toch voor?
Ik ben een andere mening toegedaan.
Als je een tijdje met een team samen traint ontstaat er vanzelf een eigen taal binnen de groep. Bij situaties of gebeurtenissen die je samen meemaakt krijgen bepaalde woorden een eigen betekenis. Dat mechanisme gebeurt overal bij groepen mensen.
Op deze manier weet een groep zijn eigen identiteit te vinden en al die woorden en begrippen geven kleur aan de samenwerking
Van het principe van het maken van eigen taal binnen de groep maak ik als trainer dankbaar gebruik. Technisch of tactische zaken die we trainen leg ik uit en vat ik samen één of enkele woorden. Woorden die betekenis krijgen binnen onze groep. Woorden die bijdragen aan onze identiteit. Ik noem ze sleutelwoorden. Voorbeelden:
De sleutelwoorden worden zo ook onderdeel van ons team en identiteit. En het coachen gaat veel eenvoudiger. Op een gegeven moment heeft het team letterlijk aan één woord genoeg.
Op deze manier spreken we in het team geen universele voetbaltaal maar onze eigen voetbalpupillentaal. En dat bevalt prima.
Ik ben een andere mening toegedaan.
Als je een tijdje met een team samen traint ontstaat er vanzelf een eigen taal binnen de groep. Bij situaties of gebeurtenissen die je samen meemaakt krijgen bepaalde woorden een eigen betekenis. Dat mechanisme gebeurt overal bij groepen mensen.
Op deze manier weet een groep zijn eigen identiteit te vinden en al die woorden en begrippen geven kleur aan de samenwerking
Van het principe van het maken van eigen taal binnen de groep maak ik als trainer dankbaar gebruik. Technisch of tactische zaken die we trainen leg ik uit en vat ik samen één of enkele woorden. Woorden die betekenis krijgen binnen onze groep. Woorden die bijdragen aan onze identiteit. Ik noem ze sleutelwoorden. Voorbeelden:
"Bushalte"
Alle trainers kennen het fenomeen. De bal wordt naar een speler gepasst en die wacht op een bal in plaats van naar de bal toe te lopen. Gevolg de tegenstander is eerder bij de bal. Dat heet bij ons "Bushalte".
"Pudding"
Een pass geef je strak en recht naar de juiste plek. Passen die niet aan deze standaard voldoen heten bij ons een "pudding".
"Messi-dribbel"
Als de kinderen dribbelen proberen ze dat te doen met een Messi-dribbel. Een Messi-dribbel, dat is snel dribbelen, de bal dichtbij je houden, veel keer de bal raken en regelmatig over de bal heen kijken.
De sleutelwoorden worden zo ook onderdeel van ons team en identiteit. En het coachen gaat veel eenvoudiger. Op een gegeven moment heeft het team letterlijk aan één woord genoeg.
Op deze manier spreken we in het team geen universele voetbaltaal maar onze eigen voetbalpupillentaal. En dat bevalt prima.
Reacties